5.2.06

10. PRIVÉ-LES IN HET DONKER [Joh. 2:23-25 en Joh. 3:1-21]

Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die hij deed. Maar Jezus had geen
vertrouwen in hen, omdat hij hen allemaal kende, en niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf wat er in een mens omgaat. (Joh.
2:23-25)
DE MENSENKENNER
De mensen geloven in de wonderdoener Jezus en lopen massaal achter hem aan. Maar Jezus doorziet de mensen en weet hoe betrekkelijk zijn populariteit is. Johannes geeft een voorbeeld waaruit blijkt dat Jezus door de vrome buitenkant van de mensen heen kan kijken:
Zo was er een Farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht.’ (Joh. 2:23-25)
Allereerst valt op dat Nikodemus ’s nachts bij Jezus komt. Je zou er bijna overheen lezen, maar dit wordt natuurlijk niet zomaar vermeld. Kennelijk vond deze Joodse leider het wijs om niet overdag gezien te worden in het gezelschap van Jezus. Met een paar mooie woorden probeert hij een gesprek op gang te brengen. Maar Jezus komt direct tot de kern:
Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ (Joh. 3:3)

HOE KAN DAT NOU?
Jezus beantwoordt ongestelde vragen. Klaarblijkelijk ziet de Heer welke vraag er in het hart van Nikodemus leeft! Alle mensen zijn onder de indruk van de wonderen en genezingen die Jezus verricht. Jezus maakt Nikodemus duidelijk dat de echte verandering in een mensenleven niet een aardse, lichamelijke kwestie is, maar een hemelse, geestelijke zaak!

‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. (Joh. 3:4-7)
OPNIEUW GEBOREN
Nikodemus, de geleerde man, de leraar van Israël, begrijpt niet waar Jezus het over heeft. Maar Jezus neemt de tijd om zijn nachtelijke bezoeker uit te leggen wat het betekent om opnieuw geboren te worden. (Plaatje links: is dit geen prachtige illustratie van het begrip 'wedergeboorte' ?)
Jezus gebruikt het voorbeeld van de wind om duidelijk te maken hoe de Geest van God werkt: de wind zelf is niet zichtbaar, maar de effecten zijn dat wel! De wind is krachtig en ongrijpbaar – even reëel is de kracht van Gods Geest die het nieuwe leven in ons kan blazen. Zoals God ooit zijn adem, de levensgeest, zijn inspiratie, in de eerste mens blies (Gen. 2:7), zo geeft hij zijn Geest aan allen die in zijn Zoon geloven. Om deel te kunnen krijgen aan het eeuwige leven, moet een mens opnieuw – uit de Geest - geboren worden:
Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden. De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ ‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Nikodemus. ‘Begrijpt u dit niet,’ zei Jezus, ‘terwijl u een leraar van Israël bent? Waarachtig, ik verzeker u: wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet. Wanneer jullie me niet geloven als ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie me dan geloven als ik over hemelse dingen spreek? Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? (Joh. 2:7-13)

EEUWIG LEVEN!
Jezus spreekt over geestelijke, hemelse zaken en het is eigenlijk niet zo verwonderlijk dat Nikodemus – hoe geleerd hij ook is – niet direct begrijpt waar Jezus over spreekt. Wij, mensen van de 21e eeuw, kijken ‘met de wijsheid achteraf’. Wij weten dat Jezus aan het kruis gestorven is, maar voor Nikodemus moet de volgende uitspraak van Jezus zeer raadselachtig geklonken hebben:
De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. (Joh. 3:14,15)
Jezus verwijst hier naar een gebeurtenis uit de vroege geschiedenis van Israël, zoals deze in Numeri (het vierde bijbelboek) beschreven staat. (Numeri 21:4-9). Het Joodse volk is ontkomen aan de slavernij in Egypte, maar onderweg naar het beloofde land blijven de mensen mopperen. Een slangenplaag veroorzaakt dood en verderf onder het volk. God geeft Mozes instructies:
De HEER zei tegen hem: ‘Laat een slang maken en bevestig die op een staak. Iedereen die gebeten is en daarnaar kijkt, blijft in leven.’ (Numeri 4:8)

DE ENIGE REMEDIE

Zoals de slang hoog verheven op een staak moest worden – als symbool van de overwonnen zonde – zo moest ook Jezus, Gods enige Zoon hoog verheven worden aan een kruis. Alle schuld, alle zonde van de mensheid kwam op hem neer. Jezus droeg de straf voor elk mens, omdat wij allemaal gebeten zijn door de zonde. Een ieder die gelooft in de Zoon, ontvangt vergeving - de enige remedie tegen het dodelijke slangengif:

Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. (Joh. 3:16-18)

Johannes 3:16 is ongetwijfeld het bekendste bijbelvers. In een paar woorden wordt hier de kern van het evangelie, het goede nieuws, bekendgemaakt! Laat deze woorden – en de woorden van de overige verzen – goed tot je hart doordringen! Hier vertelt Jezus dat hij niet naar de aarde gekomen is om ons te veroordelen en te straffen, maar om ons te REDDEN. Ook als je eigen hart je veroordeelt, mag je 100% vertrouwen op de vergeving die Jezus vanaf het kruis gratis aanbiedt. Als je in het verlossende werk van Jezus gelooft, wordt er geen oordeel meer over je uitgesproken. Dan ben je VRIJ van zonde! Dat is héél goed nieuws, of niet soms!?

ALLES KOMT AAN HET LICHT
Nikodemus, de man die Jezus in het donker opzocht, moet met stijgende verbazing naar Jezus geluisterd hebben. Hij heeft zojuist de bekendste bijbeltekst gehoord in een persoonlijke, nachtelijke toespraak van Jezus. Hij is een bevoorrecht mens… En wij zijn bevoorrechte mensen, omdat dit goede nieuws ook aan ons wordt meegedeeld!

De woorden waarmee Jezus zijn nachtelijke privé-onderricht afsluit, doen denken aan de woorden die we gelezen hebben in het eerste hoofdstuk van Johannes:

Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de
wereld hem niet. Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. (Joh. 1:10-12)

Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij. Opb. 3:20

Misschien begrijp je het onderwijs van Jezus niet. Misschien is alles donker om je heen. Misschien is het wel heel erg donker in je hart. Maar ook daar kan Jezus het licht aandoen en grote schoonmaak houden. Vraag Jezus binnen in een eerlijk, persoonlijk gebed. Je hoeft geen moeilijke woorden te gebruiken, het gaat om je hartsgesteldheid. Als je – net als Nikodemus – oprecht op zoek bent naar de waarheid, dan ben je bij Jezus aan het enige juiste adres. Wie oprecht naar hem zoekt, zal hij nooit in het donker laten staan!



Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’ (Joh. 3:19-21)
Nikodemus handelde oprecht en zocht het licht op (Jezus is het licht van de wereld!). We komen deze Joodse leraar later nog tegen als hij wel de moed heeft om in het openbaar voor Jezus op te komen (Johannes 7:50-52) en wanneer hij zijn liefde voor Jezus toont door de kruiden te schenken voor de balseming van Jezus (Johannes 19:40). Alles wijst erop dat Nikodemus uiteindelijk in Jezus zijn Messias herkend heeft!

M@IL

1 Comments:

At donderdag, januari 11, 2007 8:34:00 p.m., Anonymous Anoniem said...

Waarom gebruikt Jezus de vorm we/wij/ons in Joh 3:11, terwijl de rest in de ik-vorm is??

 

Een reactie posten

<< Home