28.11.05

1. EEN NIEUW BEGIN [Joh. 1:1-5]

Mensen met belangstelling voor de Bijbel krijgen vaak het advies met het evangelie van Johannes te beginnen. Begrijpelijk, want het valt inderdaad niet mee om je eerst door het Oude Testament heen te werken...

BIJZONDERE BAND
Johannes is - tussen de evangelisten - een buitenbeentje. Hij heeft een geheel eigen stijl en benadering. Als ooggetuige kan hij zijn lezers een heel direct inzicht geven in het aardse leven en het werk van Jezus Christus. Uit tal van passages blijkt dat juist Johannes een bijzonder hechte band met Jezus onderhield - denk bijvoorbeeld aan de woorden die Jezus vanaf het kruis tot zijn vriend en tot zijn eigen moeder richt (Joh. 19:25-27).

Johannes duidt zichzelf vaak aan als 'de leerling van wie hij veel hield' ('hij' is hier Jezus). Die liefde was ongetwijfeld wederkerig - Johannes en Jezus moeten als broers van elkaar gehouden hebben.

CRYPTISCH
Al in dit eerste hoofdstuk blijkt dat Johannes er van houdt om de dingen wat cryptisch op te schrijven. Je moet even goed door lezen, dan wordt duidelijk dat je voor 'het Woord' de naam van Jezus Christus moet invullen (in vers 14 wordt dat ondubbelzinnig duidelijk). Met deze sleutel gaan er wat deuren open - lees de eerste vijf verzen maar eens op deze manier!

De eerste drie woorden zijn ook bewust gekozen door Johannes. Ze zetten de lezer direct op het spoor van Genesis (en zo zitten we dus toch nog in het begin van het Oude Testament!) De woorden 'In het begin' moeten natuurlijk een lichtje bij de lezers laten branden. Hier wordt gesproken over de oorsprong van de wereld, het begin van de schepping - de komst van het levenslicht.

DRIE-EENHEID
Johannes maakt duidelijk dat Jezus 'sprekend zijn Vader' is. Hij is het vleesgeworden Woord van God. Het scheppingswoord in Genesis 1 wordt uitgesproken door God die Zichzelf in een meervoudsvorm aanduidt. Hij is het die het licht tot aanschijn roept, zodat de duisternis plaats moet maken. We komen daar de Geest van God tegen die over het water zweeft. Op grond van de woorden in dit eerste hoofdstuk van Johannes mogen we ook stellen dat Jezus bij de schepping aanwezig was. De goddelijke Drie-eenheid was met andere woorden bij de schepping aanwezig.

HET LICHT WINT
Johannes laat in de eerste vijf verzen van dit hoofdstuk zien dat God de Vader in zijn Zoon Jezus Christus een nieuwe schepping begonnen is. Opnieuw breekt God met zijn scheppingswoord door de duisternis. Opnieuw schept Hij orde in de chaos die op deze wereld heerst!
Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar
macht gekregen. Johannes 1:5
Deze woorden kunnen op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Er kan mee gezegd worden dat de duisternis het licht niet heeft kunnen overwinnen. Het is ook mogelijk om hier te lezen dat de duisternis het licht niet begrepen heeft. Tenslotte is er een derde vertaling mogelijk, waarbij gelezen wordt dat de duisternis het licht niet heeft kunnen doven. Deze interpretaties spreken elkaar niet tegen, maar vullen elkaar aan. De vertaling van het NBV komt het dichtst bij de eerste uitleg.

M@IL

3 Comments:

At zaterdag, december 10, 2005 9:40:00 a.m., Anonymous Anoniem said...

Waarom zou Johannes gekozen hebben voor deze "cryptische"omschrijving van "het Woord ", het was immers belangrijk dat hij Jezus kon neerzetten als Gods Zoon.

 
At zondag, december 11, 2005 3:28:00 p.m., Blogger Paul said...

Johannes spreekt in het begin over het Woord omdat hij - denk ik - zijn betoog wilde beginnen met een duidelijke verwijzing naar Gods scheppingswoord, Gods almacht. Opnieuw grijpt God zelf in, maar nu door zijn Zoon. God sprak en het was. Johannes maakt in dit eerste hoofdstuk duidelijk dat God een nieuwe schepping maakt en dat Hij dit doet door zijn Zoon Jezus. Het licht doorbreekt (opnieuw) de duisternis en de duisternis heeft er niets tegenin te brengen. Het gebruik van het woord ‘Woord’ was dus m.i. een verwijzing naar de Schepping en naar Gods scheppingsmacht.
Christus spreekt bovendien de woorden van God, maar meer dan dat, Hij is het levende (‘vleesgeworden’) Woord van God! In Hem heeft God rechtstreeks tot de mens gesproken en Johannes getuigt ervan dat Jezus de waarheid en liefde van God aan ons bekend heeft gemaakt.
Zoals God zijn 10 woorden (de basis van de oudtestamentische wetgeving) via Mozes bekendmaakte (deze geboden hebben te maken met Gods heiligheid), zo toont Hij zijn liefde en genade door zijn Zoon te zenden die de wet vervolmaakt. Jezus vat de Wet van God volmaakt samen met twee geboden. Dat lezen we hier: ‘Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ (Mat. 22:35-40)
Jezus sprak met een ongekende autoriteit - dat merkten de omstanders en zijn tegenstanders. Ook Hij sprak en het was (denk aan de storm op het meer, maar denk ook aan het machtswoord waarmee Hij demonen uitdreef, zonde vergaf en zelfs aan het kruis nog een misdadiger rechtstreeks toegang tot het paradijs verleende).

Het Woord van God als Schrift bestond in de dagen van Jezus als een verzameling heilige boekrollen die wij nu in het Oude Testament terugvinden. Hoewel wij misschien denken dat alleen het Nieuwe Testament over Jezus vertelt, maakte Jezus zelf tegen de schriftgeleerden (maar bijvoorbeeld ook tegen de Emmaüsgangers) duidelijk dat het Oude Testament over Hem gaat. Lees maar mee: "U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen over mij, maar bij mij wilt u niet komen om leven te ontvangen." (Joh. 5:39,40).

Paulus maakt bovendien duidelijk dat we het Woord van God moeten verstaan door de Geest van God. Als je de Bijbel alleen leest om kennis te verzamelen, zal deze bijbelstudie op zich je niet tot God brengen of met God verzoenen. De Geest van God zal ons altijd op het levende Woord van God wijzen: Jezus Christus, alleen Hij kan ons met God verzoenen, alleen Hij geeft een volledig beeld van God heiligheid, liefde en genade.

De vrome joden hielden zich zeer intensief bezig met het bestuderen van de oude Schriften. Jezus is de Hogepriester van het Nieuwe Verbond, Hij heeft het Woord van God onder de mensen gebracht door Zelf te komen en in absolute gehoorzaamheid aan Gods Wet te leven. Bij Hem gingen woorden en daden perfect samen. Zo was Hij het vleesgeworden Woord van God waarbij zijn gehoorzaamheid bleek uit wat Hij zei en wat Hij deed (en uit wat hij niet zei en niet deed!).

Paulus schrijft: "Hij heeft ons geschikt gemaakt om het nieuwe verbond te dienen: niet het verbond van een geschreven wet, maar dat van zijn Geest. Want de letter doodt, maar de Geest maakt levend." (2 Kor. 3:6)

Die laatste tekst vind ik heel belangrijk. Je kunt de letter van de wet (of van de Bijbel) hanteren en claimen dat je het Woord aan jouw kant hebt, maar daarmee loop je het risico net zo ongenadig te worden in je oordeel als de 'vrome' mannen waar Jezus het mee aan de stok kreeg. Het Woord van God is altijd Waarheid in Liefde - daar was Jezus het levende bewijs van. Denk aan de liefdevolle manier waarop Hij reageerde op de overspelige vrouw. Hij keurde haar zonde niet goed, maar liet genade boven recht gelden.
Paulus schrijft het zo: ‘De wet vindt zijn vervulling in de liefde’ (Rom. 13:10).

Ik weet niet of al deze woorden jouw vraag afdoende beantwoorden. Dit is wat ik er op dit moment van denk, maar ik verwacht dat als je een bijbelstudie maakt over het woord ‘Woord’ (logos) dat er zeker nog veel meer betekenissen en verbanden te ontdekken zijn. Misschien heeft iemand anders hier nog een mening over?

 
At vrijdag, december 16, 2005 5:25:00 p.m., Blogger Paul said...

Voor de liefhebber... Deze informatie heb ik van WIKIPEDIA - de internet encyclopedie:

In Christianity, the prologue of the Gospel of John calls Jesus the Logos (usually translated as "the Word" in English bibles such as the KJV) and played a central role in establishing the doctrine of Jesus' divinity and the Trinity. (See Christology.) The opening verse reads: "In the beginning was the Logos, and the Logos was with God, and the Logos was God".

Scholars of the Bible have suggested that John made creative use of double meaning in the word "Logos" to communicate to both Jews, who were familiar with the Wisdom tradition in Judaism, and Hellenists, especially followers of Philo. Each of these two groups had its own history associated with the concept of the Logos, and each could understand John's use of the term from one or both of those contexts. Especially for the Hellenists, however, John turns the concept of the Logos on its head when he claimed "the Logos became flesh and dwelt among us" (v. 14).

 

Een reactie posten

<< Home